Vertalingen chancelant FR>NL
chancelant | onvast ; zwak ; wiebelend ; wankelend ; wankelbaar ; wankel ; waggelend ; schommelend ; rank ; los ; labiel ; krakkemikkig ; heen en weer bewegend ; geestelijk onstabiel ; gammel ; fluctuerend ; kwakkelend |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `chancelant`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: bancalFR: branlantFR: faibleFR: hésitantFR: incertainFR: oscillantFR: trébuchantFR: vacillant