Vertalingen bobiner FR>NL
bobiner (ww.) | haspelen (ww.) ; ontvellen (ww.) ; op een haspel winden (ww.) ; opklossen (ww.) ; opwikkelen (ww.) ; opwinden (ww.) ; stropen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `bobiner`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: trousser