Vertaal
Naar andere talen: • besoin > DEbesoin > ENbesoin > ES
Vertalingen besoin FR>NL
[bəzwɛ̃]

1 behoefte

  'avoir besoin de manger' moeten eten

  'avoir besoin d'argent' geld nodig hebben


2   être dans le besoin
manquer d'argent - armoede lijden

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
besoin (m) de schaarsheid (v) ; de noodtoestand (m) ; het ongeluk ; het onheil ; onspoed (znw.) ; de pech (m) ; de plicht (v) ; de ramp ; de rampspoed (m) ; de nood (m) ; de schaarste (v) ; de tegenslag (m) ; de tegenspoed (m) ; het tekort ; terugslagen (znw.) ; vereiste ; de voorwaarde (v) ; de moeilijkheden ; minvermogendheid (znw.) ; het malheur ; de krapte (v) ; de hulpbehoevendheid (v) ; het gemis ; het gebrek ; de ellende ; de behoeftigheid (v) ; de behoefte (v) ; de armoede ; armelijkheid (znw.)
le besoin eis ; de behoeften
besoin behoefte ; informatiebehoefte
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `besoin`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: infortuné
FR: nécessité

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: avoir besoin de NL: nodig hebben
FR: je n'ai pas besoin de vous dire NL: ik behoef u niet te zeggen
FR: faire besoin NL: nodig zijn
FR: faire ses besoins NL: zijn behoeften doen
FR: être dans le besoin NL: gebrek lijden
FR: on connaît le véritable ami dans le besoin (spr.w) NL: in nood leert men zijn vrienden kennen
FR: au besoin NL: desnoods, zo nodig