Vertalingen bain FR>NL
[bɛ̃]1 action de se baigner - bad - (het) baden
'prendre un bain'
een bad nemen2 liquide dans lequel on se baigne - bad3 partie d'une piscine, plus ou moins profonde - bad
'le petit et le grand bain'
het kinderbad en het diepe4 bain de soleil
exposition au soleil - zonnebad© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
bain (m) | het bad ; de badkuip |
bain | bad ; smeltbad ; waterzak |
Bronnen: Horecagids; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `bain`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: ablutionFR: ablutionsFR: baignadeFR: doucheFR: hammamFR: immersionFR: nettoyageFR: piscineFR: saunaFR: thermesUitdrukkingen en gezegdes
FR: bain de mer
NL: zeebadFR: être dans le
bain
NL: er lelijk in zittenFR: les
bains
NL: badplaats, baden met geneeskrachtig water (Aix-les-Bains)FR: prendre les
bains
NL: een badkuur houden