Vertaal
Naar andere talen: • bâter > DEbâter > ENbâter > ES
Vertalingen bâter FR>NL
bâter (ww.) zadelen (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `bâter`
Voorbeeldzinnen laden....


Uitdrukkingen en gezegdes
FR: âne bâté NL: stommeling
FR: l'affaire bâte bien, mal NL: de zaak gaat goed, slecht