Vertalingen autocar FR>NL
[otokaʀ]1 véhicule de transport en commun, pour les voyages - (reis)bus
'voyager en autocar'
per bus reizen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
autocar (m) | de autobus ; de bus ; reiswagen (znw.) ; de toerauto (m) ; de toerwagen (m) ; de touringcar |
le autocar | de autocar |
autocar | autobus ; bus ; lijndienstbus ; reisbus ; toerbus |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `autocar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: autobusFR: car de tourisme