Vertaal
Naar andere talen: • aspirer > DEaspirer > ENaspirer > ES
Vertalingen aspirer FR>NL
[aspiʀe]

1 attirer dans le nez, la bouche - inademen

  'aspirer le bon air'
  gezonde lucht inademen

  'aspirer une boisson avec une paille'
  een drankje met een rietje opzuigen


2 désirer, souhaiter - streven (naar)

  'aspirer au calme'
  niets liever willen dan rust

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
aspirer (ww.) insnuiven (ww.) ; wegzuigen (ww.) ; verlangen (ww.) ; van hoop vervuld zijn (ww.) ; ten doel hebben (ww.) ; spinzen (ww.) ; snuiven (ww.) ; opzuigen (ww.) ; opsnuiven (ww.) ; opslurpen (ww.) ; opslorpen (ww.) ; opnemen (ww.) ; iets ophalen (ww.) ; hopen (ww.) ; een snuif nemen (ww.) ; beogen (ww.) ; bedoelen (ww.) ; afzuigen (ww.) ; absorberen (ww.) ; aanzuigen (ww.)
aspirer affilteren ; zuigen ; afzuigen
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; Diving dictionary


Voorbeeldzinnen met `aspirer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: absorber
FR: ambitionner
FR: attirer
FR: avaler
FR: humer
FR: inhaler
FR: inspirer
FR: renifler
FR: respirer
FR: sentir