1. MWB
  2. Vertalen
  3. arrière (FR>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • arrière > DE • arrière > EN • arrière > ES
Zie ook: arriéré

Vertalingen arrière FR>NL
[ɑ̃naʀjɛʀ]

1 dans la direction opposée à l'avant, en reculant - naar achteren

  'retour en arrière'
  terugblik

2 derrière - achter

  'rester en arrière'
  achterblijven[aʀjɛʀ]

1 ce qui est derrière - achterste gedeelte

  'l'arrière du train'
  het achterste gedeelte van de trein[aʀjɛʀ]


1 qui est à l'arrière - achter-

  'les feux arrière d'une voiture'
  de achterlichten van een auto[aʀjɛʀ]



1 qui est du passé, qui n'est plus en usage - ouderwets

  'idées arriérées'
  ouderwetse ideeën

2 à l'intelligence peu développée - achterlijk

  'un enfant arriéré'
  een achterlijk kind
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
arrière (znw.)de back (m) ; de achterspeler (m)
arrière (m) f (achterst)
arriéré (m) de achterstand (m)
le arrièrede achterkant
la arrière achterzijde
arriéré achterstallig ; achterlijk ; achtergebleven ; over tijd ; spiegel ; achter ; ochterkant van brand ; nabetaling ; loefzijde van brand ; hek ; achterveer ; achtersteven ; achterstallige schuld ; achterstallig bedrag ; achteraan
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Trueterm; cibg.be; Download IATE, European Union, 2017.; Autowoordenboek


Voorbeeldzinnen met `arrière`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: à la traîne
FR: à reculons
FR: antique
FR: démodé
FR: dépassé
FR: derrière
FR: dos
FR: en retrait
FR: fossile
FR: postérieur

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: avoir vent arrière NL: de wind in de rug hebben
FR: en arrière NL: achteruit, terug, ten achter
FR: ligne arrière NL: achterhoede (bij voetbal)