Vertalingen aptitude FR>NL
[aptityd]1 capacité - geschiktheid
'aptitude à conduire'
rijvaardigheid
'avoir des aptitudes pour ··· '
aanleg voor iets hebben© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| aptitude (v) | de geschiktheid (v) ; de truc (m) ; de toer (m) ; ter zake kundigheid (znw.) ; de mogelijkheid (v) ; de kwaliteit (v) ; het kunstje ; de kunstgreep (m) ; de kunst (v) ; de kundigheid (v) ; de kunde (v) ; de kneep ; de kans ; de handigheid (v) ; de gelegenheid (v) ; de competentie (v) ; de capaciteit (v) ; capabelheid (znw.) ; de bevoegdheid (v) ; bevoegd zijn (znw.) ; de bekwaamheid (v) ; de behendigheid (v) |
| la aptitude | vaardigheid |
| aptitude | begaafdheid ; talent ; geschiktheid ; fitheid |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `aptitude`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: adaptationFR: adresseFR: capacitéFR: compétenceFR: dispositionFR: facultéFR: génieFR: goûtFR: habiletéFR: penchant