Vertaal
Naar andere talen: • aplanir > DEaplanir > ENaplanir > ES
Vertalingen aplanir FR>NL
[aplaniʀ]

1 rendre plat - vlakmaken

  'aplanir le terrain'
  het terrein egaliseren

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
aplanir (ww.) afplatten (ww.) ; effenen (ww.) ; egaliseren (ww.) ; gelijkmaken (ww.) ; gladmaken (ww.) ; gladwrijven (ww.) ; platmaken (ww.) ; polijsten (ww.) ; uitgommen (ww.) ; uitvegen (ww.) ; uitvlakken (ww.) ; uitwissen (ww.) ; vlakken (ww.) ; wegvegen (ww.) ; wissen (ww.)
aplanir vlak maken
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `aplanir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: dégauchir
FR: égaliser
FR: faciliter
FR: niveler
FR: planer
FR: polir
FR: raboter
FR: torcher