Vertalingen accoucher FR>NL
[akuʃe]1 mettre au monde - bevallen (van)
'Elle a accouché de jumeaux.'
Ze is bevallen van een tweeling.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
accoucher (ww.) | baren (ww.) ; bevallen (ww.) ; ter wereld brengen (ww.) ; voortbrengen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `accoucher`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: composerFR: créerFR: enfanterFR: mettre au mondeFR: procréerFR: produireUitdrukkingen en gezegdes
FR: accoucher de
NL: ter wereld brengenFR: tu accouches? (pop.)
NL: zeg je het nog?