Vertaal
Naar andere talen: • abondance > DEabondance > ENabondance > ES
Vertalingen abondance FR>NL
[abɔ̃dɑ̃s]

1 importante quantité - overvloed

  'une abondance de provisions'
  een overvloed aan proviand

  en abondance
   (= en très grande quantité) - in overvloed


2 richesse - rijkdom

  'vivre dans l'abondance'
  in welvaart leven

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
abondance (v) de overmaat ; de weelderigheid (v) ; de weelde ; de veelheid (v) ; het teveel ; de talrijkheid (v) ; het surplus ; rijkelijkheid (znw.) ; de pracht ; de overvloedigheid (v) ; overvloedig zijn (znw.) ; de overvloed (m) ; overdadig zijn (znw.) ; de overdaad ; de massa ; de luxe (m) ; de hoop (m) ; grote hoeveelheid (znw.) ; het exces ; de buitensporigheid (v) ; de berg (m)
abondance abondantie ; overvloed ; frequentie
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `abondance`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: affluence
FR: déluge
FR: exubérance
FR: foisonnement
FR: fortuné
FR: opulence
FR: pléthore
FR: profusion
FR: richesse

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: parler avec abondance NL: vlot spreken
FR: parler d'abondance NL: voor de vuist spreken
FR: corne d'abondance NL: hoorn van overvloed
FR: de l'abondance du coeur la bouche parle (spr.w) NL: waar het hart van vol is, loopt de mond van over