Vertalingen voyage FR>NL
[vwajaʒ]1 fait de se déplacer loin - reis
'faire un voyage'
een reis maken
'partir en voyage'
op reis gaan
'un voyage d'affaires'
een zakenreis
'un voyage organisé'
een groepsreis2 aller et retour pour transporter ··· - rit
'faire trois voyages'
drie ritten maken© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
voyage (m) | de mars ; de trip (v) ; de trektocht (m) ; de tournee (v) ; de toer (m) ; de tocht (m) ; de ronde ; de rit (m) ; de reis (v) ; de expeditie (v) ; excursie |
le voyage | vakantie |
voyage | reis ; zeereis ; trip ; rit ; reizen ; reis- |
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `voyage`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: baladeFR: circuitFR: croisièreFR: déplacementFR: excursionFR: expéditionFR: navigationFR: pèlerinageFR: pérégrinationFR: péripleUitdrukkingen en gezegdes
FR: voyage d'agrément
NL: plezierreisje