Vertaal
Naar andere talen: • voisin > DEvoisin > ENvoisin > ES
Vertalingen voisin FR>NL
[vwazɛ̃]

1 proche dans l'espace - naburig

  'les pays voisins'
  de buurlanden

  'la pièce voisine'
  het aangrenzende vertrek


2 semblable - verwant

  'des couleurs voisines'
  soortgelijke kleuren
[vwazɛ̃]


1 personne qui habite tout près - buurman - buurvrouw
-vrouw

  'inviter ses voisins'
  zijn buren uitnodigen


2 personne placée à côté - buurman - buurvrouw
-vrouw

  'un voisin de table'
  een buurman aan tafel

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
voisin (znw.)de omwonende
voisin (m) de buurvrouw (v) ; de buurman (m) ; de buur (m) ; buren (p)
voisin nabij ; vlakbij ; omwonend ; omliggend ; naburig ; nabijgelegen ; in de buurt ; dichtbij ; belendend ; aanpalend ; aanliggend ; aangrenzend ; buuf ; nabuur ; buurman ; buur
Bronnen: interglot; Wikipedia; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `voisin`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: adjacent
FR: attenant
FR: contigu
FR: contre
FR: jouxtant
FR: limitrophe
FR: près
FR: prochain
FR: proche
FR: suivant