1. MWB
  2. Vertalen
  3. vainqueur (FR>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • vainqueur > DE • vainqueur > EN • vainqueur > ES
Vertalingen vainqueur FR>NL
[vɛ̃kœʀ]

1 personne qui a remporté la victoire - overwinnaar

  'le vainqueur d'une course cycliste'
  de winnaar van een wielerwedstrijd
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
vainqueur (m) de overwinnaar (m) ; de triomfator (m) ; de veroveraar (m) ; de winnaar (m) ; de winnaars ; de winnares (v)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `vainqueur`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: champion
FR: conquérant
FR: dominateur
FR: gagnant
FR: gagnante
FR: lauréat
FR: triomphateur
FR: victorieux