Vertalingen tapisser FR>NL
tapisser (ww.) | bedekken (ww.) ; behangen (ww.) ; bekleden (ww.) ; beplakken (ww.) ; overtrekken (ww.) ; van bekleding voorzien (ww.) |
tapisser (ww) | stofferen (ww) |
Bronnen: interglot; www.stoffeerdersunie.nl/banken-stofferen/
Voorbeeldzinnen met `tapisser`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: garnir