Vertalingen toilette FR>NL
[twalɛt]1 action de se laver, de se préparer - toilet - (het) zich wassen
'faire sa toilette'
toilet maken - zich wassen2 vêtement, tenue - toilet - kleding
'changer de toilette'
zich omkleden© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
toilette (v) | het closet ; het gewaad ; de kledij (v) ; de kleding (v) ; de kleren ; de latrine (v) ; de plee (m) ; de plunje ; de tenue ; het toilet ; de wastafel ; de WC (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `toilette`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: costuméUitdrukkingen en gezegdes
FR: faire sa
toilette
NL: zich opmaken, zich opknappenFR: faire la
toilette de quelqu'un. (pop.)
NL: iemand in elkaar slaanFR: faire un brin de
toilette
NL: een beetje toilet maken