Vertalingen TIC FR>NL
[tik]1 mouvement bref et non volontaire du corps - tic - zenuwtrekking
'avoir un tic nerveux'
een zenuwtrek hebben2 habitude, manie - tic - rare gewoonte
'tics de langage'
stopwoorden© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
TIC (mv.) | ICT |
tic (m) | het aanwensel ; de rarigheid (v) ; de tic (m) ; de zenuwtrek (m) ; de zenuwtrekking (v) |
TIC (Afkorting) | ICT (Afkorting) ; internationaal coupontarief ; intracommunautaire transactie ; TIC (Afkorting) |
Bronnen: ICT-Woordenboek; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `TIC`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: bizarrerie