Vertalingen tennis FR>NL
[tenis]1 sport où l'on envoie la balle avec une raquette - tennis
'jouer au tennis'
tennissen2 tennis de table
ping-pong - tafeltennis[tenis]1 chaussure de sport - gymschoen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
tennis (m) | de gympjes ; de gymschoenen ; de sportschoenen ; het tennis ; de tennisbanen ; de tennisvelden |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `tennis`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: basketsUitdrukkingen en gezegdes
FR: cour(t) de
tennis
NL: tennisbaanFR: jouer au
tennis
NL: tennissen