Vertalingen soucis FR>NL
soucis (m) | de bekommernis (v) ; de beslommering (v) ; de bezorgdheid (v) ; het gepeins ; het gepieker ; geprakkizeer (znw.) ; het getob ; de kommer (m) ; de moeilijkheden ; de ongerustheid (v) ; de problemen ; de sores ; de verontrusting (v) ; het zorgen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `soucis`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: peinéFR: souci