Vertalingen sortie FR>NL
[sɔʀti]1 endroit par où l'on sort - uitgang
'Je cherche la sortie.'
Ik zoek de uitgang.
'sortie de secours'
nooduitgang2 action de quitter un lieu - (het) verlaten
'à sa sortie de l'hôpital'
bij het verlaten van het ziekenhuis3 action de sortir pour se distraire - (het) uitgaan
'une sortie prévue depuis longtemps'
een allang gepland uitstapje
'être de sortie'
uit zijn4 fait d'être présenté au public - (het) uitkomen
'la sortie d'un film'
het uitkomen van een film© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
sortie (v) | de uitweg (m) ; de afrit (m) ; dagje uit (znw.) ; een uitval doen (znw.) ; het tochtje ; het toertje ; de trip (m) ; de uitgang (m) ; het uitje ; de uitloop (m) ; de uitrit (m) ; het uitstapje |
la sortie | de uitvoer ; uitstap ; release ; de luchtuitlaat (m) ; lancering ; afvoer |
sortie | vermindering ; vruchtzetting ; vlucht ; visreis ; output ; afgifte ; afname ; afrit ; afslag ; beginnende bloei ; halte ; het verlaten ; klem ; nuttig effect ; operationele vlucht ; aansluiting ; uitgaande as ; uitgang ; uitgangsas ; uitloop ; uittreden ; uittree ; uitvoer ; uitvoeren ; uitvoergegeven |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `sortie`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: algaradeFR: baladeFR: débouchéFR: échappéeFR: échappementFR: écoulementFR: excursionFR: explosionFR: incartadeFR: invectiveUitdrukkingen en gezegdes
FR: à la
sortie de
NL: bij het verlaten vanFR: examen de
sortie
NL: eindexamenFR: sortie-de-bain
NL: badmantelFR: droits de
sortie
NL: uitvoerrechten