Vertaal
Naar andere talen: • sien > DEsien > ENsien > ES
Vertalingen sien FR>NL
[sjɛ̃]

1    le sien la sienne
ce qui est à lui, à elle - het de zijne - het de hare

  'Mon scooter est en panne, j'ai pris le sien.'
  Mijn scooter is kapot, ik heb de zijne genomen.

  'Ce n'est pas ton idée, c'est la sienne.'
  Dat is niet jouw idee, dat is het mijne.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
sien zijne
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `sien`
Voorbeeldzinnen laden....


Uitdrukkingen en gezegdes
FR: une sienne cousine NL: een van zijn nichten
FR: y mettre du sien NL: zijn goede wil tonen
FR: les siens NL: de zijnen
FR: sienfaire des siennes NL: (dolle) streken uithalen