Vertalingen soit FR>NL
[swa]1 soit ... soit
ou - of ... of
'J'arriverai soit samedi, soit dimanche.'
Ik zal zaterdag of zondag aankomen.2 introduit une explication - dat wil zeggen
'le 15 mai, soit deux jours avant mon départ'
15 mei, dat wil zeggen twee dagen voor mijn vertrek© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
soit | het zij zo ; hetzij ; namelijk ; of ; ofwel ; omgerekend |
Bronnen: Wikipedia; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `soit`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: bienFR: bonFR: entenduFR: ouFR: ouiFR: tantôtUitdrukkingen en gezegdes
FR: soit ...
soit
NL: hetzij ... hetzijFR: soit que (met subj.)
NL: hetzij (dat)FR: soit!
NL: het zij zo!, nou goed dan!FR: ainsi
soit-il
NL: amenFR: tant
soit peu
NL: een beetje, zeer weinig