Zie ook:
retraitéZie ook:
retraitéVertalingen retraite FR>NL
[ʀətʀɛt]1 fait d'arrêter de travailler - pensioen
'prendre sa retraite'
met pensioen gaan
'être à la retraite'
met pensioen zijn2 argent que l'on reçoit quand on ne travaille plus - pensioen(geld)
'toucher sa retraite'
pensioen trekken3 mouvement en arrière d'une armée - aftocht[ʀətʀɛt]1 qui ne travaille plus - gepensioneerd
'un professeur retraité'
een gepensioneerde leraar[ʀətʀɛt]1 gepensioneerde © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
retraite (m) | de vijfenzestigplusser (m) ; de gepensioneerde ; de AOWer (m) |
retraite (v) | de ouderdomsrente ; het ouderdomspensioen ; het pensioen ; het pension ; de pensionering (v) ; de reinheid (v) ; de retraite ; het retraitehuis ; de schuilhoek (m) ; de schuilkelder (m) ; de schuilplaats ; de stek (m) ; de teruggetrokkenheid (v) ; de terugrit (m) ; de terugtocht (m) ; de toevlucht ; het toevluchtsoord ; de vrijplaats ; de wijkplaats ; de zedigheid (v) ; de onttrekking (v) ; de afscheiding (v) ; de aftocht (m) ; de afzondering (v) ; AOW (znw.) ; de hoek (m) ; de isolering (v) ; de kuisheid (v) ; onbevlektheid (znw.) ; onbezoedeldheid (znw.) ; onschuldigheid (znw.) ; het onttrekken |
retraite | besloten sessie ; uittreding ; uitdiensttreding ; taptoe ; rustpensioen ; retraite ; rechthebbende op een pensioen ; ouderdomspensioen ; herwissel ; gepensioneerde |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `retraite`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: retenueUitdrukkingen en gezegdes
FR: battre en
retraite
NL: terugtrekken (ook figuurlijk)FR: mettre à la
retraite
NL: pensionerenFR: mise à la
retraite
NL: pensioneringFR: prendre sa
retraite
NL: ontslag nemen, met pensioen gaanFR: caisse de
retraite
NL: pensioenfonds