Zie ook: risqué

[ʀisk]

1 ce qui peut être dangereux - risico

2   prendre un risque
faire ··· sans être sûr du résultat - een risico nemen

3   au risque de faire ···
en se mettant en danger - op het gevaar af te

  'Il est intervenu au risque de se blesser.'
  Hij is tussenbeide gekomen op het gevaar af gewond te raken.

4   assurance tous risques
assurance pour tout ce qui peut arriver - allriskverzekering[ʀisk]


1 dangereux - gewaagd

  'une opération risquée'
  een gewaagde operatie
© K Dictionaries Ltd.

risque (m)	de waagstuk (m) ; risicovolle onderneming (znw.) ; de risico (m) ; de ramp ; onheilsdreiging (znw.) ; het onheil ; de kans ; de gok (m) ; gewaagde onderneming (znw.) ; het gevaar ; de dreiging (v) ; bedreigend
risque	smeuig ; waaghalzig ; vermetel ; roekeloos ; riskant ; risicovol ; pikant ; overmoedig ; lichtzinnig ; hachelijk ; gewaagd ; gevaarlijk ; gedurfd ; doldriest ; blootstelling ; risicopositie ; risico's ; Risico

Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.




FR: audacieux
FR: dangereux
FR: hasardeux
FR: menace

FR: au risque de NL: op gevaar af, op gevaar van
FR: à  tout risque NL: op goed geluk
FR: à  ses risques et périls NL: op eigen risico
FR: une police tous risques NL: A-Z-polis