Vertaal
Naar andere talen: • répondre > DErépondre > ENrépondre > ES
Vertalingen répondre FR>NL
[ʀepɔ̃dʀ]

1 dire en retour - antwoorden

  'répondre à ··· '
  iemand antwoord geven

  'répondre à une question'
  op een vraag antwoorden

  'répondre à une lettre'
  een brief beantwoorden

  'Je lui ai répondu que je l'aiderai.'
  Ik heb hem geantwoord dat ik hem zal helpen.


2 être présent à un appel - reageren (op)

  'répondre au téléphone'
  de telefoon aannemen

  'Ça ne répond pas.'
  Ik krijg geen gehoor.


3 parler en s'opposant - tegenspreken

  'Il répond à ses parents.'
  Hij spreekt zijn ouders tegen.


4   répondre de ··· , de ···
être responsable de ··· , de ses actes - voor iemand, voor iets instaan

  'répondre d'un ami'
  voor een vriend instaan

  'répondre de l'honnêteté de ··· '
  voor iemands eerlijkheid instaan
[ʀepɔ̃dʀ]


1 dire ou écrire ··· en retour - antwoorden

  'répondre ··· à ··· '
  iemand iets antwoorden

  'ne rien répondre'
  geen antwoord geven

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
répondre (ww.) antwoorden (ww.) ; beantwoorden (ww.) ; ingaan (ww.) ; reageren (ww.)
répondre antwoorden met ; beantwoorden ; een antwoord geven ; tegemoet komen ; voldoen
Bronnen: Wikipedia; interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `répondre`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: accorder
FR: assurer
FR: cautionner
FR: concorder
FR: correspondre
FR: garantir
FR: opposer
FR: polémiquer
FR: réagir
FR: réfuter

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: la sonnette répond dans la cuisine NL: de bel komt in de keuken uit