Vertaal
Naar andere talen: • remplir > DEremplir > ENremplir > ES
Vertalingen remplir FR>NL
[ʀɑ̃pliʀ]

1 rendre plein - vullen

  'remplir un seau d'eau'
  een emmer met water vullen


2 écrire dans les espaces prévus - invullen

  'remplir un formulaire'
  een formulier invullen


3 faire ce qu'on a dit - vervullen

  'remplir sa promesse'
  zijn belofte nakomen


4   remplir les conditions
correspondre à ce qui est demandé - aan de voorwaarden voldoen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
remplir (ww.) opvullen (ww.) ; vullen (ww.) ; voltallig maken (ww.) ; volstorten (ww.) ; volschenken (ww.) ; volpompen (ww.) ; volplempen (ww.) ; volmaken (ww.) ; vollopen (ww.) ; volgooien (ww.) ; volgieten (ww.) ; toevoegen (ww.) ; ruimte innemen (ww.) ; overtrekken (ww.) ; invullen (ww.) ; farceren (ww.) ; completeren (ww.) ; bijvullen (ww.) ; beslaan (ww.) ; bekleden (ww.) ; bedekken (ww.) ; aanvullen (ww.)
remplir hervullen ; voldoen aan ; vervullen ; overboeken ; inschenken
Bronnen: interglot; Trueterm; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Horecagids


Voorbeeldzinnen met `remplir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: abreuver
FR: accomplir
FR: acquitter
FR: animer
FR: baigner
FR: bourrer
FR: combler
FR: emplir
FR: encombrer
FR: enflammer