Vertalingen profiter FR>NL
[pʀɔfite]1 obtenir un avantage de ··· - profiteren (van)
'profiter de l'occasion pour faire ··· '
van de gelegenheid gebruikmaken om iets te doen2 profiter de ···
abuser de sa gentillesse - misbruik maken van iemand3 être utile à - tot nut zijn
'À qui profite le crime ?'
Wie heeft baat bij het misdrijf?© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
profiter | genieten ; profiteren |
Bron: ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `profiter`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
FR: bien mal acquis ne profite pas (spr.w)
NL: onrechtvaardig verkregen goed gedijt niet