Vertalingen printemps FR>NL
[prɛ̃tɑ̃]1 saison entre l'hiver et l'été - lente - voorjaar
'au printemps'
in de lente© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
printemps (m) | de lente (v) ; de lentetijd (m) ; het voorjaar ; voorjaarstijd (znw.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `printemps`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: annéeFR: jeunesseFR: renouveauUitdrukkingen en gezegdes
FR: au
printemps
NL: in de lente