Vertaal
Naar andere talen: • porte > DEporte > ENporte > ES
Vertalingen porte FR>NL
[pɔʀt]

1 ouverture qui permet d'entrer dans un lieu ou d'en sortir deur

  'la porte d'entrée' de voordeur

  ' ouvrir fermer la porte' de deur openen/sluiten
  mettre ··· à la porte


2 faire sortir ··· - iemand de deur uit zetten

3 renvoyer, licencier ··· - iemand ontslaan

4 ouverture d'un appareil ou d'un meuble - deur

  'la porte d'un placard'
  de deur van een kast


5 endroit par lequel on entre dans une ville - (stads)poort
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
porté (ww.) gedragen (ww.)
porte (v) de toegang (m) ; de stadspoort ; het portier ; poort (c) ; de inlaat (m) ; de ingang (m) ; de entree (v) ; de deur (v)
la portehet deurgat
porte stuurelektrode ; uitgang ; toegangspoort ; terminal poort ; deur ; stadspoort ; schakelelement ; poortschakeling ; poortje ; poort ; logisch schakelelement ; logisch element ; koppelend schakelelement ; knooppuntspoort ; klemmenpaar ; gemonteerd ; gate
Bronnen: Wikipedia; interglot; Trueterm; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `porte`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: admission
FR: port

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: à  la porte, aux portes de NL: dichtbij
FR: porte brisée NL: schuifdeur
FR: fausse porte NL: loze deur
FR: porte à  glissière NL: schuifdeur
FR: porte matelassée NL: tochtdeur
FR: mettre à  la porte NL: de deur uitzetten
FR: mettre la clef sous la porte NL: met de noorderzon vertrekken
FR: ouvrir ses portes NL: zich overgeven
FR: prendre la porte NL: weggaan, zijn biezen pakken
FR: refuser sa porte NL: weigeren iemand te ontvangen
FR: faire du porte à  porte NL: huis aan huis verkopen