Vertalingen prochain FR>NL
[pʀɔʃɛ̃]1 proche dans le temps ou l'espace - (eerst)volgend
'le mois prochain'
volgende maand
'à la prochaine sortie d'autoroute'
bij de volgende afrit van de autosnelweg
'la prochaine fois'
de volgende keer© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
prochain (znw.) | de medemens (m) |
prochain | komend ; volgende ; toekomstige ; toekomstig ; toekomend ; terstond ; onderstaande ; navolgend ; eerstvolgend ; direct ; aanstonds ; aanstaande ; aankomend ; a.s. ; volgend ; aanstaand |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `prochain`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: adjacentFR: attenantFR: contiguFR: contreFR: en herbeFR: immédiatFR: imminentFR: jouxtantFR: limitropheFR: prèsUitdrukkingen en gezegdes
FR: cause
prochaine
NL: directe oorzaak