Vertalingen pousse FR>NL
[pus]1 action de se développer, de grandir - groei
'la pousse des cheveux'
de haargroei2 plante qui se développe - spruit
'jeune pousse de printemps'
jonge lentespruit© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
pousse (znw.) | de wasdom (m) ; de ontwikkeling (v) ; de ontplooiing (v) ; de groei (m) ; het gewas ; de bloei (m) ; de begroeiing (v) ; de aanplant (m) |
pousse (m) | de uitloper (m) ; het scheutje ; rank (znw.) |
pousse (v) | spruit (m) ; scheut |
la pousse | de duw |
pousse | versneld ; sneller gemaakt ; opstreek ; gestoten ; geduwd ; botten ; uitbotten ; spruit ; scheut ; omslaan ; loot ; kortademigheid ; het uitbotten ; grondig ; groeizone ; dampigheid |
Bronnen: interglot; f; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `pousse`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: berceauFR: charmilleFR: faneFR: feuillageFR: feuilléeFR: foliationFR: frondaisonFR: ombrageFR: pampreFR: ramée