Vertalingen ouvertement FR>NL
ouvertement | onverholen ; trouwhartig ; ruiterlijk ; ronduit ; rondborstig ; oprecht ; openlijk ; openhartig ; open en bloot ; eerlijk ; onverbloemd ; onomwonden ; onbewimpeld ; onbebouwd ; met open vizier ; gulweg ; fideel |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `ouvertement`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: avec franchiseFR: clairementFR: visiblement