Vertalingen objet FR>NL
[ɔbʒɛ]1 chose, outil - voorwerp
'vendre de vieux objets'
oude dingen verkopen2 être faire l'objet de
provoquer un sentiment, une réaction - het voorwerp zijn van
'être l'objet de critiques'
het voorwerp van kritiek zijn3 but d'une action - doel
'Quel est l'objet de votre appel ?'
Wat is het doel van uw telefoontje?4 sujet, thème - onderwerp
'l'objet d'un livre'
het onderwerp van een boek© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
objet (m) | het apparaat ; goed (znw.) ; het object ; de toestel (m) ; het voorwerp |
le objet | artikel ; doel ; onderwerp ; het spul |
objet | context ; doel ; object ; onderwerp ; toepassingsgebied |
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `objet`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: produit