Vertalingen niais FR>NL
| niais (znw.) | de uilskuikens ; de achterlijke ; de dommerik (m) ; de druiloor ; de hansworst (m) ; de kalfskop (m) ; het kuiken ; de kwast (m) ; de kwibus (m) ; de nar (m) ; de oen ; de onbenul ; de onnozelaar (m) ; het rund ; de schaapskop (m) ; de schapenkop (m) ; de stommeling (m) ; de stommerd (m) ; de stommerik (m) ; de sufferd (m) ; de sukkel (m) ; de sul (m) ; de uil (m) |
| niais | sullig ; zot ; simpele ziel ; dwaas ; eenvoudig ; gek ; gemakkelijk ; idioot ; kalverachtig ; licht ; makkelijk ; niet moeilijk ; onnozele ; onnozele hals ; onnozele kerel ; onnozole hals ; simpel ; dom ; zinloos ; stom ; onwijs ; oetlul ; lomperd ; inhoudsloos ; flauw ; domoor |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `niais`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: abrutiFR: dadais
