Vertalingen marier FR>NL
[maʀje]1 unir deux personnes par le mariage - in de echt verbinden
'le maire qui les a mariés'
de burgemeester die hen in de echt heeft verbonden2 mettre ensemble, unir - combineren
'marier des couleurs'
kleuren met elkaar combineren© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
marier (ww.) | huwen (ww.) ; in het huwelijk treden (ww.) ; ten huwelijk geven (ww.) ; trouwen (ww.) ; uithuwelijken (ww.) ; uithuwen (ww.) ; wegschenken (ww.) ; zich in de echt verbinden (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `marier`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: donner en mariage