Vertalingen location FR>NL
[lɔkasjɔ̃]1 fait de louer un logement pour y habiter - huur - huren
'la location d'une maison'
het huren van een huis2 fait de louer un logement à ··· - verhuur - verhuren
'la location de ses appartements'
de verhuur van zijn/haar flats3 logement loué - huurwoning
'chercher une location'
een huurwoning zoeken4 fait de louer ··· pour l'utiliser - huren
'la location une voiture pour le week-end'
het huren van een auto voor het weekend5 réservation - reservering
'bureau de location'
reserveringskantoor© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
location (v) | de huurprijs (m) ; de voorverkoop (m) ; de voorbespreking (v) ; de verhuur (m) ; de verhuring (v) ; de reservering (v) ; de plaatsbespreking (v) ; de leasing (v) ; het inhuren ; de huursom ; de huur ; huren van persoon (znw.) ; de huishuur |
la location | het huurgeld |
location | huren ; verhuring ; periodiek bedrag ; ligging ; huur |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.; Horecagids
Voorbeeldzinnen met `location`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: affermageFR: amodiationFR: bailFR: cessionFR: fermageFR: leasingFR: louageFR: loyerFR: réservationFR: vente en locationUitdrukkingen en gezegdes
FR: location-vente
NL: huurkoop, leasing