Vertalingen joint FR>NL
[ʒwɛ̃]1 rapproché - bijeen (gevoegd)
'sauter à pieds joints'
met twee voeten tegelijk springen2 ajouté à - als bijlage gevoegd
'un fichier joint à un message électronique'
een bestand als bijlage (gevoegd) bij een mail[ʒwɛ̃]1 petite pièce qui empêche le passage d'un liquide ou d'un gaz - pakking
'le joint d'un robinet'
het kraanleertje2 cigarette de haschisch - joint
'fumer un joint'
een jointje roken[ʒwɛ̃]1 rapproché - bijeen (gevoegd)
'sauter à pieds joints'
met twee voeten tegelijk springen2 ajouté à - als bijlage gevoegd
'un fichier joint à un message électronique'
een bestand als bijlage (gevoegd) bij een mail[ʒwɛ̃]1 petite pièce qui empêche le passage d'un liquide ou d'un gaz - pakking
'le joint d'un robinet'
het kraanleertje2 cigarette de haschisch - joint
'fumer un joint'
een jointje roken© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
joint (znw.) | het voegwerk ; de las ; de lasnaad (m) ; het metselwerk ; de naad (m) ; de samenvoeging (v) ; het stickie ; de verbinding (v) ; de voeg |
joint (m) | de pakking (v) |
le joint | de dichting (v) ; afdichting |
joint | welnaad ; samengevoegd ; bijeengevoegd ; voegkit ; voegstrip ; pakking ; compound ; diaklaas ; dilatatievoeg ; gewricht ; gietnaad ; las ; matrijsdeelvlak ; naad ; aansluiting ; pakkingstuk ; soldeer spleet ; soldeervoeg ; spoorstaaflas ; verbinding ; vloeinaad ; voeg |
Bronnen: interglot; Trueterm; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `joint`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: aboutementFR: accoléFR: articulationFR: assemblageFR: assembléFR: conjonctionFR: jonctionFR: mixteFR: raccordFR: reliéUitdrukkingen en gezegdes
FR: ci-
joint
NL: hierbij, ingeslotenFR: trouver le
joint
NL: de zaak op de goede manier aanpakken, het antwoord vinden