Vertaal
Naar andere talen: • intervenir > DEintervenir > ENintervenir > ES
Vertalingen intervenir FR>NL
[ɛ̃tɛʀvəniʀ]

1 prendre part à une action - tussenbeide komen

  'Ils sont intervenus dans le conflit.'
  Ze zijn in dat geschil tussenbeide gekomen.

  'Elle est intervenue en leur faveur.'
  Ze heeft een goed woordje voor hen gedaan.


2 prendre la parole - het woord nemen

  'Il intervient souvent dans la conversation.'
  In het gesprek neemt hij vaak het woord.


3 se produire - zich voordoen

  'Un fait nouveau est intervenu.'
  Er heeft zich een nieuw feit voorgedaan.
[ɛ̃tɛʀvəniʀ]

1 prendre part à une action - tussenbeide komen

  'Ils sont intervenus dans le conflit.'
  Ze zijn in dat geschil tussenbeide gekomen.

  'Elle est intervenue en leur faveur.'
  Ze heeft een goed woordje voor hen gedaan.


2 prendre la parole - het woord nemen

  'Il intervient souvent dans la conversation.'
  In het gesprek neemt hij vaak het woord.


3 se produire - zich voordoen

  'Un fait nouveau est intervenu.'
  Er heeft zich een nieuw feit voorgedaan.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
intervenir (ww.) inmengen (ww.) ; tussenspringen (ww.) ; tussenkomen (ww.) ; tussenbeide komen (ww.) ; optreden als (ww.) ; onderbreken (ww.) ; mengen (ww.) ; interveniëren (ww.) ; interrumperen (ww.) ; interfereren (ww.) ; ingrijpen (ww.) ; in de rede vallen (ww.) ; fungeren (ww.) ; bemoeien (ww.) ; bemiddelen (ww.)
intervenir deelnemen ; optreden ; meedoen ; ingrijpen ; een rol spelen
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `intervenir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: intervenir dans