1. MWB
  2. Vertalen
  3. illusion (FR>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • illusion > DE • illusion > EN • illusion > ES
Vertalingen illusion FR>NL
[ilyzjɔ̃]

1 fait de voir ··· qui n'existe pas - illusie - bedrieglijke schijn

  'une illusion d'optique'
  gezichtsbedrog

  'une peinture qui donne l'illusion d'un relief'
  verf die schijnbaar relief aanbrengt

2 fausse croyance - illusie - hersenschim

  'Elle se fait des illusions sur lui.'
  Ze maakt zich illusies over hem.
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
illusion (v) het gezichtsbedrog ; de zinsbegoocheling (v) ; het zinsbedrog ; de waanvoorstelling (v) ; de waanidee (v) ; het waandenkbeeld ; het waanbeeld ; voorspiegeling (znw.) ; het verzinsel ; de verbeelding (v) ; het schijnbeeld ; de luchtspiegeling (v) ; de illusie (v) ; de hallucinatie (v) ; de fictie (v) ; de fata morgana ; de fantasie (v) ; de fabel ; het droombeeld ; het drogbeeld ; het bedenksel ; anamorfose (znw.)
illusion hallucinatie ; zinsbegoocheling ; pareidolie ; inbeelding (c) ; illusie
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `illusion`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: aberration
FR: apparence
FR: chimère
FR: croyance
FR: duperie
FR: erreur
FR: escamotage
FR: fantasme
FR: fantôme
FR: illusionnisme

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: faire illusion à  NL: bedriegen
FR: se faire illusion NL: zichzelf iets wijsmaken