Vertalingen isolé FR>NL
[izɔlasjɔ̃]1 qui est éloigné, séparé de tout - geïsoleerd
éloigné
afgelegen
'une maison isolée'
een afgelegen huis
'vivre isolé'
een geïsoleerd leven leiden2 qui est rare - geïsoleerd - sporadisch
'un cas isolé'
een geïsoleerd geval3 protégé contre le froid, la chaleur, le bruit - geïsoleerd
'un appartement bien isolé'
een goed geïsoleerde flat[izɔlasjɔ̃]1 qui est éloigné, séparé de tout - geïsoleerd
éloigné
afgelegen
'une maison isolée'
een afgelegen huis
'vivre isolé'
een geïsoleerd leven leiden2 qui est rare - geïsoleerd - sporadisch
'un cas isolé'
een geïsoleerd geval3 protégé contre le froid, la chaleur, le bruit - geïsoleerd
'un appartement bien isolé'
een goed geïsoleerde flat© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
isolé (m) | geïsoleerd |
isolé | afgelegen ; afgezonderd ; alleenstaand ; in quarantaine ; losstaand ; op zich ; single ; ver ; veraf ; verafgelegen ; vereenzaamd ; vrijstaand ; geisoleerd ; vrijstaand |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.Voorbeeldzinnen met `isolé`

Voorbeeldzinnen laden....