Vertalingen inquiéter FR>NL
[ɛ̃kiete]1 causer de la crainte, de l'angoisse - verontrusten - bezorgd maken
'Cette nouvelle l'inquiète beaucoup.'
Dit bericht verontrust hem/haar zeer.[ɛ̃kiete]1 causer de la crainte, de l'angoisse - verontrusten - bezorgd maken
'Cette nouvelle l'inquiète beaucoup.'
Dit bericht verontrust hem/haar zeer.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
inquiéter (ww.) | alarmeren (ww.) ; benauwen (ww.) ; ontstellen (ww.) ; verontrusten (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `inquiéter`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: alarmer