[ɥil]

1 liquide gras - olie

  'de l'huile d'olive'
  olijfolie

  'de l'huile solaire'
  zonnebrandolie
© K Dictionaries Ltd.

huile (v)	de aardolie ; hoge ome ; de olie (v) ; de reuzel (m) ; de smeer (m) ; vet (znw.)
huile	ge-olied ; geolied ; gesmeerd ; geölied ; hasjolie ; olie ; vloeibare brandstof

Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.




FR: graissé

FR: huile de graissage NL: smeerolie
FR: jeter de l'huile sur le feu NL: olie op het vuur doen, ophitsen
FR: mer d'huile NL: rustige zee
FR: peint à  l'huile NL: met olieverf geschilderd
FR: huile de rose NL: rozenolie
FR: les saintes huiles NL: het H. Oliesel
FR: verser de l'huile sur les plaies NL: troosten
FR: faire tache d'huile NL: zich (als een olievlek) verspreiden
FR: les huiles NL: (spreektaal) de autoriteiten, de hoge lui