Vertalingen habituellement FR>NL
[abitɥɛlmɑ̃]1 le plus souvent, de façon fréquente - gewoonlijk
'Habituellement, il porte des lunettes.'
Gewoonlijk heeft hij een bril op.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
habituellement | gewoonlijk ; meestal ; normaal |
Bron: ICT-WoordenboekVoorbeeldzinnen met `habituellement`

Voorbeeldzinnen laden....