Vertalingen habitant FR>NL
[abitɑ̃]1 personne qui vit dans un lieu déterminé - bewoner - bewoonster
d'une entité administrative
inwoner - inwoonster
'les habitants de Paris'
de inwoners van Parijs
'un ville de dix mille habitants'
een stad met tienduizend inwoners© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
habitant (znw.) | de burger (m) ; de huisbewoner (m) ; de ingezetene ; de staatsburger (m) |
habitant (m) | de bewoner (m) ; de inwoner (m) |
habitant | inwonende ; bewoner ; inwoner |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `habitant`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: aborigènesFR: administrésFR: autochtonesFR: citadinsFR: citoyensFR: civilFR: gensFR: hôteFR: locataireFR: natifsUitdrukkingen en gezegdes
FR: les
habitants de l'air
NL: de vogelsFR: les
habitants des bois
NL: de wilde dierenFR: les
habitants
NL: (pop.) ongedierte