Vertalingen grands-parents FR>NL
[gʀɑ̃paʀɑ̃]1 le grand-père et la grand-mère - grootouders
'Il passe ses vacances chez ses grands-parents.'
Hij brengt zijn vacantie door / logeert tijdens de vacantie bij zijn grootouders.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
grands-parents (m) | de grootouders |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `grands-parents`

Voorbeeldzinnen laden....