1. MWB
  2. Vertalen
  3. garçon (FR>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • garçon > DE • garçon > EN • garçon > ES
Vertalingen garçon FR>NL
[gaʀsɔ̃]

1 enfant de sexe masculin - jongen

  'Ils ont deux garçons.'
  Ze hebben twee jongens.

2 jeune homme - jongen

  'Connais-tu ce garçon ?'
  Ken je die jongen / jonge kerel?

3 serveur - ober

  'Garçon, un café s'il vous plaît !'
  Ober, één koffie graag!

4   vieux garçon
homme qui n'a jamais été marié - oude vrijgezel
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
garçon (m) boy ; tafelbediende (znw.) ; de pupil ; de ober (m) ; leerknecht (znw.) ; de knecht (m) ; de kelner (m) ; jongmaat (znw.) ; de jongen (m) ; de huisboy (m) ; de bediende
le garçon gast
garçon bediende ; wilde meid ; steward ; slungel ; jongensachtig ; jong ; joch ; gozer
Bronnen: Wikipedia; interglot; Omegawiki.org; Horecagids; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `garçon`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: adolescent
FR: apprenti
FR: barman
FR: boy
FR: célibataire
FR: chasseur
FR: coursier
FR: fils
FR: garçonnet
FR: gars

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: bon garçon NL: aardige vent
FR: rester garçon NL: niet trouwen
FR: garçon de courses NL: loopjongen
FR: garçon tailleur NL: kleermakersknecht