Vertaal
Naar andere talen: • grossir > DEgrossir > ENgrossir > ES
Vertalingen grossir FR>NL
[gʀosiʀ]

1 faire paraître plus gros - dik maken

  'Cette jupe la grossit.'
  Die rok maakt haar dikker / kleedt haar dik af.


2 rendre plus important - aandikken

  'grossir une histoire'
  een verhaal aandikken
[gʀosiʀ]


1 devenir plus gros - dikker worden

  'Il a grossi.'
  Hij is dik/dikker geworden.


2 devenir plus grand, plus important - groter worden

  'Sa fortune a grossi.'
  Zijn vermogen is groter geworden.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
grossir (ww.) uitbouwen (ww.) ; opkloppen (ww.) ; opschroeven (ww.) ; opzetten (ww.) ; opzwellen (ww.) ; overdreven voorstellen (ww.) ; overdrijven (ww.) ; rijzen (ww.) ; stijgen (ww.) ; stollen (ww.) ; talrijker maken (ww.) ; toenemen (ww.) ; openen (ww.) ; uitbreiden (ww.) ; uitdijen (ww.) ; uitzwellen (ww.) ; verbreiden (ww.) ; verdikken (ww.) ; vergroten (ww.) ; vermeerderen (ww.) ; verruimen (ww.) ; verwijden (ww.) ; zwellen (ww.) ; gedijen (ww.) ; aangroeien (ww.) ; aankomen (ww.) ; aanwassen (ww.) ; aanwinnen (ww.) ; aanzwellen (ww.) ; bollen (ww.) ; de hoogte ingaan (ww.) ; dik worden (ww.) ; dikker worden (ww.) ; expanderen (ww.) ; geconcentreerder worden (ww.) ; aandikken (ww.) ; groeien (ww.) ; groter worden (ww.) ; iets overdreven voorstellen (ww.) ; laten exploderen (ww.) ; omhoog komen (ww.) ; omhoog rijzen (ww.) ; omhooggaan (ww.) ; omhoogstijgen (ww.) ; opblazen (ww.) ; opbollen (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `grossir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: augmenter
FR: bedonner
FR: croître
FR: enfler
FR: engraisser
FR: épaissir
FR: forcir
FR: gonfler
FR: prendre de la hauteur