Vertalingen grand FR>NL
[gʀɑ̃]1 qui a une taille importante - groot
'Cette fille est très grande.'
Dat meisje is erg groot/lang.
'une grande maison'
een groot huis
'La fenêtre est grande ouverte.'
Het raam staat wijd open.2 très important - groot
'un grand nombre de personnes'
een groot aantal mensen
'faire un grand voyage'
een lange reis maken
'J'ai entendu un grand bruit.'
Ik hoorde een hard geluid / ik hoorde veel lawaai.
'une grande différence d'âge'
een groot leeftijdsverschil
'C'est un grand jour !'
Het is een grote dag!
il n'y a pas grand monde
(= il y a peu de personnes) - Er zijn niet veel mensen.3 qui est adulte - groot
'Tu pourras y aller quand tu seras grand.'
Je kunt erheen als je groot bent.
les grandes personnes
(= les adultes) - de grote mensen4 qui est plus âgé - groot
'C'est son grand frère.'
Dat is zijn grote broer.5 célèbre - groot
'C'est un grand écrivain.'
Het is een groot schrijver.[gʀɑ̃]1 personne de grande taille - een lang iemand
'un grand aux cheveux blonds'
een lange kerel met blond haar2 adulte - volwassene
'les grands'
de grote mensen3 enfant plus âgé que d'autres - groot kind
'C'est un grand maintenant.'
Hij is nu een grote jongen.[gʀɑ̃]1 en grand
dans des dimensions ou des quantités importantes - in het groot
'Il a fait les choses en grand pour cette fête.'
Voor dat feest heeft hij de zaken (in het) groot aangepakt.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
grand | groot ; wijd ; uitvoerig ; uitgewerkt ; uitgebreid ; scheutig ; ruimschoots ; ruim ; royaal ; rijzig ; rijkelijk ; overvloedig ; omstandig ; in details ; hooggespannen ; geweldig ; breedvoerig ; ampel ; dun ; sterk ; slungel ; omvangrijk ; lang ; hoog ; groter ; grootschalig ; groot van stuk ; graatmager ; flink |
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `grand`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: allongéFR: amplementFR: colossalFR: considérableFR: élancéFR: élevéFR: énormeFR: étenduFR: fameuxFR: glorieuxUitdrukkingen en gezegdes
FR: un
grand âge
NL: een hoge ouderdomFR: grandes eaux
NL: hoog waterFR: grand parleur
NL: druk praterFR: grands amis
NL: dikke vriendenFR: grand blessé
NL: zwaar gewondeFR: grand chaud
NL: hevige warmteFR: grand silence
NL: diepe stilteFR: les
grandes personnes
NL: de grote mensenFR: le
grand monde
NL: de hogere standenFR: grand-duc
NL: groothertogFR: grand rabbin
NL: opperrabbijnFR: il fait
grand jour
NL: het is klaarlichte dagFR: au
grand jour
NL: in het openbaarFR: un
grand mangeur
NL: een flink eterFR: un
grand parleur
NL: een druk praterFR: un
grand travailleur
NL: een flink werker