1. MWB
  2. Vertalen
  3. gai (FR>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • gai > DE • gai > EN • gai > ES
Vertalingen gai FR>NL
[gaɲe]



1 joyeux - vrolijk - opgeruimd

  'Ils sont toujours gais.'
  Ze zijn altijd opgeruimd/vrolijk.

  'une vie gaie'
  een vrolijk leven

2 qui inspire la joie - vrolijk

  'des couleurs gaies'
  vrolijke kleuren
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
gai (m) goedgezind
gai lachwekkend ; kwiek ; leuk ; levendig ; levenslustig ; lief ; lollig ; lustig ; monter ; opgeruimd ; opgetogen ; opgewekt ; speels ; sympathiek ; tierig ; uitgelaten ; verblijd ; verheugd ; vrolijk ; wakker ; welgemoed ; welgestemd ; zonnig ; geestig ; aardig ; bezet ; blij ; blijgeestig ; blijgestemd ; blijmoedig ; dartel ; druk ; drukbezet ; fideel ; fleurig ; geinig ; goed geluimd ; goedgehumeurd ; goedgeluimd ; goedlachs ; grappig ; jolig ; kleurig ; koddig ; komiek ; komisch ; enthousiast
Bronnen: Wikipedia; interglot


Voorbeeldzinnen met `gai`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: allègre
FR: amusant
FR: badin
FR: comique
FR: content
FR: désopilant
FR: divertissant
FR: drôle
FR: enjoué
FR: espiègle

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: avoir le vin gai NL: een vrolijke dronk hebben